De Bijbel, Jezus en het brein: een verouderde opvatting van de menselijke psyche 

De Bijbel, het fundament van het christelijke geloof, bevat veel teksten die betrekking hebben op mentale gezondheid en gedrag. In de tijd waarin de Bijbel werd geschreven, bestonden er echter geen wetenschappelijke inzichten over het menselijk brein en de werking ervan. Deze lacune in kennis leidde tot opvattingen die in het licht van moderne neurowetenschappelijke ontdekkingen als verouderd en zelfs onjuist worden beschouwd. In dit artikel vraag ik me af of de Bijbelse interpretaties van psychische problematiek, zoals gedemonstreerd door Jezus’ genezingen, voortkomen uit een verkeerd begrip van de menselijke geest en het brein – een misverstand dat zelfs vandaag de dag nog leeft in sommige christelijke gemeenschappen. 

Jezus en Zijn mogelijke verkeerde interpretatie van psychische problematiek 

In de Bijbel wordt psychologische problematiek regelmatig toegeschreven aan demonische bezetenheid of andere bovennatuurlijke invloeden. Dit komt duidelijk naar voren in passages zoals Mattheüs 17:14-20, Marcus 9:14-29 en Lucas 9:37-43, waar Jezus mensen geneest van wat destijds werd gezien als demonische invloeden. De symptomen die in deze Bijbelverhalen worden beschreven, zoals oncontroleerbare schokken en aanvallen, zouden tegenwoordig waarschijnlijk gediagnosticeerd worden als neurologische aandoeningen zoals epilepsie of psychose. Die waarschijnlijkheid kan aangetoond worden door de illustratie van recente casussen waarin mensen eerst gediagnosticeerd werden als bezeten met demonen, waarvan later bleek dat er iets neurobiologisch achter zat, zie onder andere:

  1. Anneliese Michel (Duitsland, 1970s)

Aanvankelijke interpretatie:
Anneliese Michel, een jonge vrouw uit Duitsland, vertoonde extreem gedrag: ze sprak in vreemde stemmen, toonde afkeer van religieuze symbolen en had aanvallen. Haar familie en priesters concludeerden dat ze bezeten was door demonen. Dit leidde tot een reeks exorcismen die uiteindelijk fataal voor haar werd.

Latere medische verklaring:
Na haar dood werd vastgesteld dat Anneliese leed aan epilepsie van de temporale kwab, een aandoening die hallucinaties en religieuze obsessies kan veroorzaken. Bovendien is het aannemelijk dat ze leed aan psychose of schizofrenie, verergerd door haar geloof in bezetenheid en de stress van de exorcismen. Dit tragische geval wordt vaak aangehaald als een waarschuwing tegen het negeren van medische hulp bij vermeende bezetenheid.

  1. Clara Germana Cele (Zuid-Afrika, 1906)

Aanvankelijke interpretatie:
Clara, een 16-jarig meisje, zou vreemde talen hebben gesproken, onmenselijke geluiden hebben gemaakt en ongebruikelijke fysieke kracht hebben getoond. Religieuze figuren verklaarden dat ze door een demon was bezeten en voerden een exorcisme uit.

Mogelijke medische verklaring:
Hoewel er minder medische documentatie beschikbaar is, suggereren moderne analyses dat haar symptomen consistent zijn met een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) of mogelijk een psychotische episode, beide aandoeningen die kunnen leiden tot gedrag dat lijkt op klassieke bezetenheidssymptomen.

  1. Michael Taylor (Verenigd Koninkrijk, 1974)

Aanvankelijke interpretatie:
Michael Taylor, een normaal kalme en religieuze man, vertoonde plotseling gewelddadig gedrag en beweerde dat een demon in hem zat. Tijdens een exorcisme werd gezegd dat meerdere demonen uit hem werden verdreven, maar niet allemaal. Kort daarna pleegde hij een brute moord op zijn vrouw.

Latere medische verklaring:
Taylor bleek te lijden aan een ernstige psychotische episode. Zijn religieuze overtuigingen en de stress van het exorcisme verergerden zijn toestand. Het incident wordt nu vaak gezien als een combinatie van mentale ziekte en sociale factoren, waaronder de invloed van een religieuze gemeenschap.

  1. “Julia” (VS, 2000s)

Aanvankelijke interpretatie:
Een vrouw met de pseudoniem “Julia” werd door priesters en psychiaters onderzocht vanwege “onverklaarbare” gebeurtenissen, zoals objecten die zouden bewegen en stemmen die haar gedachten leken te beïnvloeden. Een katholieke exorcist concludeerde dat ze bezeten was.

Medische verklaring:
Psychiaters ontdekten dat Julia leed aan een combinatie van schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen. Haar overtuiging dat ze bezeten was, werd versterkt door haar religieuze opvoeding en omgeving.

  1. Bijbelse glossolalie (spreken in vreemde talen)

In gevallen waarin mensen tijdens een vermeende bezetenheid onbekende of vreemde talen spreken, wijst onderzoek vaak op neurologische aandoeningen zoals:

  • Slaapverlamming: Gecombineerd met hallucinaties kan dit een gevoel van externe controle of “bezetenheid” geven.
  • Temporale kwab epilepsie: Dit kan religieuze obsessies of ervaringen veroorzaken die als mystiek of demonisch worden geïnterpreteerd.
  1. Heksen

Aanvankelijke interpretatie:
Veel van de vrouwen die in de vroegmoderne tijd als heksen werden bestempeld, vertoonden gedrag dat destijds als abnormaal of bedreigend werd gezien, zoals ongebruikelijke medische kennis, afwijkend sociaal gedrag, of het ervaren van hallucinaties en aanvallen.

Medische verklaring:
In retrospect kan een groot deel van dit gedrag verklaard worden door neurologische of psychologische aandoeningen zoals epilepsie, psychose, of hysterie. Ook speelden culturele en sociale factoren een grote rol, zoals angst voor het onbekende en misogynie.

Konden neurobiologische factoren op z’n minst een rol spelen?
Hiermee is niet gezegd dat alle gevallen van mogelijke demonische bezetenheid geheel verklaart zijn. Maar het geeft te denken dat er ook neurobiologische verklaringen zijn. Zou van sommige casussen in de tijd van Jezus ook niet kunnen gelden dat er neurobiologische factoren een rol speelden?

De mogelijke misinterpretatie van psychische aandoeningen als demonische bezetenheid was niet uniek voor de tijd van Jezus, maar weerspiegelt een diepgewortelde onwetendheid over de werking van het brein. Jezus, als volgens de christelijke leer alwetende God, zou echter de oorzaken van dergelijke aandoeningen moeten hebben begrepen, toch? Als Hij werkelijk alles wist, waarom begreep Hij dan niet wat we nu weten over neurologische aandoeningen? En wat zegt dat over zijn goddelijkheid? 

Het is duidelijk dat de Bijbel een beperkt begrip van het brein en de geest reflecteert, wat de oorzaak is van de demonisering van psychische aandoeningen die in die tijd wijdverspreid was. Jezus genas bijvoorbeeld een jongen in Marcus 9:14-29 die leed aan symptomen die we vandaag als epilepsie zouden herkennen, maar in die tijd werden gezien als een demonische bezetenheid. Dit roept de vraag op waarom Jezus, als alwetende God, deze aandoening niet correct begreep als een neurologisch probleem. 

De rol van de huidige kerk: stroman maken van hersenwetenschap en exorcisme  

  1. Hersenwetenschap belachelijk maken of zijn er andere verklaringen voor gedragsverandering?
    Behalve dat dit bij mij voor fundamentele vragen stelt, waar ik later op terug kom, vind ik ook dat de huidige kerk/dominees voorzichtig moeten zijn met uitspraken over hersenwetenschap. In een recent voorbeeld, gepresenteerd in een video hier te bekijken, stelt een dominee dat mensen veranderen door de invloed van de Heilige Geest. Hij lijkt daarmee te denken voldoende antwoorden te hebben op onderzoek van hersenwetenschappers als Dick Swaab. Hij staat daar duidelijk boven. Zijn retorische vragen en beweringen klinken overtuigend, maar de dominee maakt gebruik van anekdotisch bewijs, waarbij hij min of meer beweert dat gedragsveranderingen spiritueel van aard zijn en hij doet net of onderzoekers niet erkennen dat verandering kan plaatsvinden. Dit is een stroman-argument, aangezien neurowetenschappers zoals Dick Swaab wel degelijk erkennen dat gedragsverandering bijvoorbeeld in reactie op omstandigheden mogelijk is, maar zij leggen de oorzaak ervan bij neurologische en biologische processen in plaats van spirituele krachten. Persoonlijk vind ik het lastig dat de dominee een beetje belachelijk lijkt te doen over de hersenwetenschappers, terwijl ‘de’ kerk naar mijn idee, en zoals ik me ook in dit artikel afvraag, mogelijk een schadelijke rol heeft gespeeld in het begrijpen en behandelen van neurologische aandoeningen. 
    • Verandering bij kerkmensen: andere, soms zelfs nadelige verklaringen 
      Daarnaast is het belangrijk te kijken naar de rol van de sociale omgeving van de kerk, waarin ik soms ook kwalijke invloeden heb gezien. Verandering kan ook voortkomen uit sociale druk en groepsdynamiek, niet alleen uit spirituele invloed. In veel kerkelijke gemeenschappen wordt de nadruk gelegd op het naleven van normen en het aanpassen van gedrag om erbij te horen. Dit kan leiden tot gedragsverandering, en zeker niet altijd om de juiste redenen. In plaats van psychologische groei en zelfreflectie, kan deze sociale druk ervoor zorgen dat mensen zich anders gaan gedragen om aan de verwachtingen van de gemeenschap te voldoen. 
    • In kerken (ook in andere situaties uiteraard) kan er daardoor soms een onterechte prestatiedruk ontstaan. Leden worden bijvoorbeeld aangespoord met uitspraken als “de Heer vraagt het van je” om meer te doen voor de kerk (bijvoorbeeld ouderling worden), harder te werken en betere mensen te worden. Dit kan leiden tot gevoelens van schuld, stress en zelfs burn-out, omdat het niet mogelijk is om altijd te voldoen aan de onrealistische normen die door de gemeenschap worden gesteld. Het is belangrijk om te erkennen dat deze gedragsverandering door sociale druk dus niet altijd het werk van de Heilige Geest is, maar een gevolg van externe invloeden die psychologisch veel invloed kunnen hebben. Hierbij ontken ik zeker niet dat de kerk op veel mensen ook hele goed invloeden heeft, en bijvoorbeeld troost en gemeenschap bied. 
    • Daarbij komt dat er soms een stigma ligt op psychische zwaktes, je zou eigenlijk sterk en geduldig moeten zijn als gelovige bijvoorbeeld. Een labiele gelovige, kan dat wel? Hij/zij krijgt toch kracht van de Heer? Ook in andere situaties geld dat er soms een stigma is, omdat zwak zijn nu eenmaal moeilijk is in een vaak competitieve wereld. Maar in de kerk is de combinatie met een geloof wat zou moeten ondersteunen, soms extra moeilijk omdat het de lat nog hoger legt. Soms zorgen deze psychische kwalen ervoor dat mensen nog harder hun heil zoeken in bijvoorbeeld obsessief bezig zijn met geloof, terwijl ze psychische/psychiatrische hulp nodig hebben.
  2. De spirituele verklaring van psychische aandoeningen: gevaren van exorcisme en onwetenschappelijke overtuigingen 
    • Het probleem wordt verder versterkt in sommige christelijke gemeenschappen die geestelijke of demonische invloeden nog steeds beschouwen als de oorzaak van psychische aandoeningen zoals depressie, angststoornissen of zelfs schizofrenie. In plaats van medische hulp te zoeken, worden mensen regelmatig doorverwezen naar de dominee voor gebed, of zelfs voor een exorcisme, wat in extreme gevallen gevaarlijk kan zijn. 
    • Een schrijnend voorbeeld komt uit Zuid-Amerika, waar een meisje werd onderworpen aan een exorcisme-ritueel waarbij men probeerde een “demon” uit haar lichaam te drijven door haar met vuur te branden. Dit leidde tot ernstige verwondingen en de dood van het slachtoffer. Zulke praktijken, hoewel extreme, zijn niet zeldzaam. Ze zijn het gevolg van het niet erkennen van psychische stoornissen als medische aandoeningen en het vasthouden aan verouderde, spirituele verklaringen voor wat brein- of geestproblemen betreft. Het negeren van wetenschappelijke kennis over psychische aandoeningen en het blijven verwijzen naar demonische invloeden in plaats van naar psychiaters of psychologen is niet alleen schadelijk voor de betrokkenen, maar kan ook levensbedreigend zijn. Het schadelijke zit hem onder andere in het demoniseren: psychische kwalen worden soms als teken van ‘slechtheid’ gezien door die demonen, in plaats van dat het slachtoffer er niets aan kan doen omdat het simpelweg zijn/haar brein is.

Jezus en Demonenuitdrijving

Laat ik terugkeren van de huidige kerk, naar de waarschijnlijke oorsprong van hoe de huidige kerk tegen psychische aandoeningen en gedrag aankijkt: Jezus en de Bijbel. Ik denk dat wat de dominee in het hierboven aangehaalde filmpje zegt, of zelfs het exorcisme, en misschien ook christelijke visies op de menselijke ziel gebaseerd of geïnspireerd zijn op hoe er in de Bijbel over dit soort thema’s geschreven wordt. Om dit wat concreter te maken kom ik terug op hoe Jezus omging met zeer waarschijnlijk neurologische aandoeningen. Ik som daarvoor de volgende Bijbelverzen op, waarin wordt beschreven hoe Jezus demonen uitdrijft: 

  • Mattheüs 8:28-34: Jezus drijft demonen uit twee mannen in Gadara en stuurt de demonen in een kudde varkens. 
  • Mattheüs 17:14-18: Jezus geneest een jongen die lijdt aan een demonische bezetenheid; waarschijnlijk een epileptisch aandoening. 
  • Marcus 5:1-20: Jezus drijft een demon uit een man die tussen de graven leeft en hem “Legioen” noemt. 
  • Lucas 8:2: Jezus geneest Maria Magdalena van zeven demonen. 
  • Lucas 9:37-43: Jezus geneest een jongen met een demon die hem in waarschijnlijk epileptische aanval stort. 

Deze passages illustreren dat demonen werden gezien als de oorzaak van psychische stoornissen. Tegenwoordig zouden we deze symptomen waarschijnlijk diagnosticeren als epilepsie, schizofrenie of andere neurologische aandoeningen. En daar wil ik nu naar gaan kijken, wat de neurowetenschappen zeggen over hoe gedrag veroorzaakt wordt, en hoe het brein daarin vaak meer verantwoordelijk is, dan bovennatuurlijke krachten. Daarbij wil ik wel de kanttekening maken dat ook de hersenwetenschap niet alwetend is, en er nog veel te onderzoeken valt.

Voorbeelden van breinaandoeningen die gedrag beïnvloeden 

Ik wil kort casussen beschrijven waarin aangetoond wordt dat breinaandoeningen, oftewel fysieke veranderingen in het brein, invloed kunnen hebben op gedrag: 

  • Phineas Gage: Een berucht geval van een man die door een ijzeren staaf door zijn schedel werd doorboord. Gage overleefde het ongeluk, maar zijn persoonlijkheid veranderde drastisch. Vóór het incident was hij een rustig, verantwoordelijke man, maar na het ongeluk werd hij impulsief en asociaal. Dit toont aan hoe schade aan bepaalde delen van het brein de persoonlijkheid kan veranderen. 
  • Charles Whitman: In 1966 pleegde Whitman een massamoord vanaf de UT Tower in Texas. Hij gaf aan dat hij een verandering in zijn gedrag merkte en last had van vreemde gedachten. Een autopsie toonde aan dat hij een hersentumor had in het gebied dat invloed heeft op agressie en impulscontrole. Dit voorbeeld illustreert hoe fysieke hersenbeschadiging kan leiden tot plotselinge gedragsveranderingen. 
  • Ontremd gedrag: een 40-jarige man met een tumor in de rechter orbitofrontale cortex (een hemangiopericytoom) die leidde tot opvallende gedragsveranderingen, waaronder pedofiele neigingen en ontremd gedrag. De orbitofrontale cortex, een deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor impulscontrole en sociaal gedrag, was door de tumor aangetast. Naast de pedofiele symptomen had de patiënt ook moeite met complexe motorische taken zoals het tekenen van figuren (constructieve apraxie).
    Na het operatief verwijderen van de tumor verdwenen de pedofiele neigingen en verbeterden zijn cognitieve en motorische functies aanzienlijk (Burns & Swerdlow, 2003)
  • Schizofrenie: Deze aandoening wordt gekarakteriseerd door hallucinaties en wanen, wat vroeger vaak werd toegeschreven aan demonische bezetenheid. Neurologisch gezien blijkt echter dat schizofrenie gerelateerd is aan chemische onevenwichtigheden in de hersenen, met name in de dopamine-systemen. 

Ik wil hiermee niet zeggen dat alle asociale of immorele gedragingen te verantwoorden zijn met breinaandoeningen, maar ik denk wel dat ze een significante rol spelen. Mijn vraag is dus, spelen breinaandoeningen of demonen een waarschijnlijkere rol in het veroorzaken van genoemde gedragingen? 

Conclusie

Ik denk dat breinonderzoek belangrijke vragen oproept voor christelijke doctrines en ik heb daar enkele kort van beschreven. Ik som ze nog een keer op en beschrijf nog een nieuw probleem:

  • De Bijbelse verhalen van demonische bezetenheid en genezing, die vaak verbonden zijn met breinaandoeningen, doen vermoeden dat Jezus deze aandoeningen mogelijk niet correct begreep, wat de vraag oproept over zijn alwetendheid en goddelijkheid. De hoofdvraag die dit artikel dan ook stelt is: wat zegt de onwetendheid over het brein in de Bijbel en bij Jezus over respectievelijk de onfeilbaarheid daarvan en Zijn Goddelijkheid? 
  • Het negeren van de neurowetenschappelijke kennis over psychische stoornissen in de geschiedenis van de christelijke kerk leidt niet alleen tot misverstanden over de oorzaken van deze aandoeningen, maar ook tot schadelijke overtuigingen die in sommige gevallen levens kunnen kosten. 
  • Eentje die ik nog niet echt heb beschreven: de Bijbelse notie van de ziel lijkt moeilijk te rijmen met het huidige begrip van de (evolutie van) hersenen en het bewustzijn. Eigenlijk mag je in de conclusie niet met nieuwe informatie komen, maar ik doe het toch: wat betekent het idee van een ziel als we ons brein beschouwen als een product van miljoenen jaren evolutie? En wanneer in dat evolutieproces zou de mens dan een ziel hebben gekregen? Vaak wordt gedacht dat het menselijk brein uniek is en fundamenteel verschilt van dat van andere dieren, maar wetenschappelijk bewijs wijst in een andere richting. In 2012 publiceerde een groep wetenschappers de Cambridge Declaration on Consciousness, waarin zij stelden dat bewustzijn in verschillende vormen waarschijnlijk wijdverspreid is in het dierenrijk, vooral onder zoogdieren, vogels en zelfs cephalopods zoals octopussen. Ze schreven: “kunstmatige stimulatie van dezelfde hersengebieden genereert overeenkomstige gedragspatronen en gevoelstoestanden bij zowel mensen als niet-menselijke dieren. Het bewijs toont aan dat niet-menselijke dieren de neurologische structuren bezitten die nodig zijn voor bewuste ervaringen en intentioneel gedrag” (Low et al., 2012).
    Dit roept de vraag op of bewustzijn — en daarmee het concept van de ziel (?) — misschien geleidelijk is ontstaan, net zoals vele andere kenmerken in de evolutie. De bekende primatoloog Frans de Waal wijst erop dat er geen sprong te zien is van een mensaapachtig brein naar een menselijk brein: “Menselijke hersenen hebben bijna dezelfde anatomie als die van mensapen. Er is geen unieke hersenstructuur; ons brein kan worden gezien als een ‘lineair opgeschaald primatenbrein’” (De Waal, 2013; zie ook de afbeelding hieronder). Het lijkt daarom aannemelijk dat het menselijk bewustzijn zich op een geleidelijke manier heeft ontwikkeld, zonder een duidelijk moment waarop de ziel plotseling ‘ontstond’.
    In plaats van een brein dat in een enkel moment van evolutie uniek werd, wijst het bewijs erop dat onze geestelijke vermogens onderdeel zijn van een continuüm dat we delen met andere diersoorten. Dit dwingt ons na te denken over wat het betekent om menselijk te zijn en of we de ziel moeten herzien in het licht van onze evolutionaire geschiedenis. Bovendien zou ik de heel brutale vraag willen stellen: als Jezus als alwetende God dit allemaal wist waarom heeft Hij dit niet met ons gedeeld? Als ik Jezus was geweest had ik de mensen graag verrast met een lesje neurobiologie:).
Afbeelding: de corticale parcellatie van de hersenen van chimpansees en mensen omvat het opdelen van de cortex in verschillende functionele en anatomische gebieden. Links zien we de corticale parcellatie van de chimpansee, waarbij de 38 verschillende gebieden van de linkerhersenhelft worden weergegeven en rechts die van de mens. Dit soort parcellatie helpt om beter te begrijpen hoe specifieke hersengebieden zijn georganiseerd en hoe deze mogelijk zijn geëvolueerd van gemeenschappelijke voorouders naar de huidige menselijke vorm.
Door deze vergelijkingen kunnen we zien dat de basisstructuur van de menselijke cortex veel gelijkenissen vertoont met die van de chimpansee, wat aansluit bij het idee van een geleidelijke evolutie zonder plotselinge ‘sprong’. Dit ondersteunt de gedachte dat ook hogere functies, die vaak worden toegeschreven aan de ‘ziel’, zoals zelfbewustzijn en complexe cognitie, waarschijnlijk geleidelijk zijn ontstaan. Bron: Hecht & Garrison, 2024.

Tot slot: zou het kunnen dat de ontwikkeling van wetenschappelijk inzicht misschien heilzamere en betrouwbaardere nieuwe perspectieven op de menselijke psyche geboden heeft dan de Bijbelse visies?  

Bronnen:

Burns, J. P., & Swerdlow, R. H. (2003). Right orbitofrontal tumor with pedophilia symptom and constructional apraxia sign. Archives of Neurology, 60(3), 437-440. https://doi.org/10.1001/archneur.60.3.437

Hecht, E. E., & Garrison, A. R. (2024). Cortical parcellation of the chimpanzee and human brains: Comparative mapping of cytoarchitectonic and functional areas. Brain Structure and Functionhttps://doi.org/10.1007/s00429-024-02823-2

Low, Philip, Jaak Panksepp, Diana Reiss, David Edelman, Bruno Van Swinderen, and
Christof Koch. “The Cambridge declaration on consciousness.” In Francis crick memorial
conference, Cambridge, England, pp. 1-2. 2012

De Waal, F. B. (2013). The bonobo and the atheist: In search of humanism among the
primates. WW Norton & Company

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *