Is de Bijbel onfeilbaar of zijn er tegenstrijdigheden?

Bevat de Bijbel contradicties, ofwel tegensprekingen van zichzelf? Baruch Spinoza toonde al in 1670 in zijn Theologisch-Politiek Traktaat aan dat dit zo is, en er zijn er later door vele onderzoekers nog veel meer gevonden. In dit artikel beschrijf ik een aantal voorbeelden van contradicties waarin evangeliën en andere Bijbelboeken elkaar tegenspreken. Ook geef ik voorbeelden waaruit blijkt dat de Bijbel zichzelf op grotere concepten tegenspreekt, bijvoorbeeld over wie God is. Dit hoeft geen grote consequenties te hebben: er zijn genoeg christenen in de wereld die dit accepteren en simpelweg zeggen dat God werkte door mensen, waardoor de Bijbel ook fouten kan bevatten.

Voor mijzelf blijft het echter een reden voor een belangrijke barst in mijn geloof. Want het gaat naar mijn idee eigenlijk om best grote punten en bovendien ben ik opgegroeid in een milieu waar iedere tekst, zelfs iedere nuance in een tekst serieus genomen werd en als Gods geïnspireerd Woord beschouwd werd. Overigens is bij de belangrijkste tekst die over Goddelijke inspiratie gaat (2 Tim. 3:16) een belangrijke kanttekening te maken: als Paulus de auteur was, dan werd het geschreven voordat de Evangeliën en veel andere boeken geschreven werden. Dus op het moment dat dit geschreven werd bestond er nog niet zoiets als dé Bijbel, of heel de Schrift. De andere belangrijke tekst over Gods inspiratie van de Heilige Geest staat in 2 Petrus 1:20 en hierbij kan je afvragen wat voor gewicht je het toekent, omdat het zeer waarschijnlijk is dat Petrus dit helemaal niet geschreven heeft, dus wat is de autoriteit dan nog? Om het heel cru te zeggen: hier spreekt iemand over waarom de Bijbel Goddelijk en dus betrouwbaar is, terwijl hij zelf naar alle waarschijnlijkheid net deed alsof hij Petrus was en dus in mijn ogen niet heel betrouwbaar is.

Hoewel het punt dat de Bijbel onfeilbaar is ook pas later ontstond (het wordt dit doordat Origenes (ca. 185 – 253!) er een punt van maakt) en dus niet altijd al en ook niet voor alle christenen een belangrijk punt is, ga ik hieronder een opsomming weergeven van tegenstrijdigheden:

Het nieuwe Testament:

    1.1 De opstandingsgeschiedenissen

    • Zien de discipelen Jezus in Galilea (Mt, Mk) of in Jeruzalem (Lk, Jh):
      • Mattheüs 28:7/10: Jezus verteld beide Maria’s dat ze de discipelen moet instrueren om naar Galilea te gaan waar ze Jezus zullen zien. Ze zien Hem daar op een berg in Galilea (vers 16).
      • Markus 16: één engel zegt dat ze naar Galilea moeten gaan. Het tweede deel van Markus 16 is vervolgens niet aanwezig in de oudste gevonden manuscripten. Daarin staat dat Jezus aan de elve verschijnt, maar niet op welke locatie en dat Hij naar de hemel is gegaan na met hen gesproken te hebben.
      • Lukas 24: meerdere vrouwen gaan naar het graf en spreken met 2 mannen in blinkende klederen (engelen?), maar de discipelen geloven de vrouwen niet. Petrus die naar het graf gaat. Op dezelfde opstandingsdag verschijnt Jezus aan de 2 Emmausgangers (v. 13). Na die verschijning, kort na het avondeten, (dezelfde ure, v. 33), gaan de 2 Emmausgangers naar Jeruzalem. Terwijl de discipelen en de emmausgangers praten (v. 36) verschijnt Jezus: Hij zegt dat ze in Jeruzalem moeten blijven, later ook tegen de discipelen (“blijft gij in Jeruzalem”(v. 49)), en dat doen ze tot het eind van het evangelie (v. 52). Hij stijgt daar ook op in Bethanie, in de buurt van Jeruzalem. In Handelingen blijven ze zeker 40 dagen in Jeruzalem en nog langer, totdat vervolging hen uit Jeruzalem drijft.
      • Johannes 20: Een enkele Maria, zag den steen weggenomen, gaat naar Petrus en waarschijnlijk Johannes. Ze verteld dat de Heere Jezus weggenomen moet zijn. Dan gaan de discipelen mee en weer terug naar huis. Dan ziet Maria twee engelen, en achter haar staat Jezus. Op diezelfde dag verschijnt Jezus aan de discipelen (het moet in Jeruzalem zijn omdat 80 mijlen (minimaal 120 km: Jerusalem naar Tiberias) naar Galilea lopen niet kan in die tijd) verschijnt Jezus.  Dan sluit hoofdstuk 20 af met de geschiedenis van Thomas, en dat meer wonderen niet beschreven worden (vers 30), maar vervolgens vertelt hoofdstuk 21 nog een verschijning Jezus aan de zee van Tiberias (in Galilea!). Vanwege de andere stijl denken Bijbelwetenschappers dat dit laatste stuk later toegevoegd is.
        • Oplossingen: 1. eerst ontmoeten ze Jezus in Galilea en vervolgens in Jeruzalem, waar ze dan vervolgens moeten blijven. Makes no sense: Waarom zijn ze dan verrast als ze Jezus zien, terwijl ze hem al gezien hadden in Galilea? 2. Ze zagen Jezus tussen Lukas 24:43 en 44 in Galilea. Makes no sense: het is moeilijk te geloven dat Jezus de vrouwen bij de tombe zegt ga naar Galilea, en daar zullen ze me zien, maar dat hij eigenlijk bedoelt: ga naar Galilea waar ze mij zullen zien, maar eigenlijk zullen ze me eerst zien in Jeruzalem en dan pas in Galilea. Mattheus en Markus lijken dit af te schilderen als de eerste keer dat ze Jezus gaan zien. Bovendien ontmoet Jezus de Emmausgangers op dezelde dag als hij opgewekt is en ziet de elve in Jeruzalem op dezelfde dag. 
      • Zeggen dat de ooggetuigen wel geschrokken zullen zijn na de gebeurtenissen en daardoor details verwarren is niet heel realistisch: de evangelien zijn minstens 30 jaar na de gebeurtenissen opgeschreven, dus er is zeker tijd geweest om van de schok te bekomen.
      • Het is niet gek dat Markus zich hier richt op Galilea: in zijn hele evangelie gaat het meer over Galilea (Markus beschrijft maar 2 wonderen in Judea: de genezing van Bartimeus in Jericho (10:46-52) en de vervloeking van vijgenboom in Bethanie (11:12-14,20), en geen wonder in Jeruzalem). Dit in contrast tot Lukas en met name Johannes, waar het vooral in Judea en Jeruzalem afspeelt (Galiläa und Jerusalem, by Ernst Lohmeyer).
    • Komt er een engel uit de hemel die de vrouwen aan het schrikken maakt, of zit er een engel in het graf (een meer vredig tafereel)? Markus 16:5: er zit al een engel in het graf als vrouwen bij het graf aankomen en de steen is al afgewenteld. Mattheüs 28:2 heeft het over een aardbeving en een engel die de steen afwenteld en op die steen gaat zitten en vraagt de vrouwen het graf te komen bekijken.
    • Mag Jezus wel of niet aangeraakt worden: Joh. 20:17 versus Joh. 20:27 en Lukas 24.
    • Of de vrouwen Jezus zagen of niet is significant: Lukas schrijft steeds veel over de armen en vrouwen. Maar juist hij beschrijft niet dat de vrouwen Jezus zagen op de opstandingsdag.

    1.2 De geboorte van Jezus

    • Vluchten Jozef en Maria na de geboorte van Jezus naar Egypte of gingen ze na 40 dagen terug naar Nazareth? (Mattheüs 2:1-23 vs Lukas 2:1-40).
      • Lukas: gaan ze na de dagen van haar reiniging (7+33 dagen na de geboorte van een knechtje (Lev.) naar Jeruzalem en dan naar Nazareth (Nazareth – Bethlehem – Nazareth).
      • Mattheus: Jezus lijkt in het Mattheus evangelie typisch op Mozes die ook in Egypte was geweest en van wie zijn generatiegenoten gedood waren (Bethlehem – Egypte – Nazareth)
      • Contra: Jezus pas toen hij 2 was naar Egypte? Het zou kunnen maar is er zelf een niet heel waarschijnlijke geschiedenis bij bedenken. Ook is Jezus dus in die versie lang in Bethlehem gebleven, terwijl in Lukas ze direct naar Nazareth gaan! Ook heb je dan het probleem dat Jozef en Maria dan eigenlijk in Bethlehem woonden voor lange tijd en waarschijnlijk al toen Jezus geboren was. Daarheen wil hij dan ook terugkeren, maar dat doet hij uiteindelijk niet en vlucht naar Nazareth (vers 23), terwijl dat in Lukas hun woonplaats is. Zie ook de figuur hieronder (bron).
    • Aanvullend hierop past de tocht naar Egypte goed in het portret van Jezus dat Mattheus schrijft: de portrettering van Jezus als een “nieuwe Mozes” in het Evangelie van Matteüs is een belangrijk thematisch element dat door geleerden is geïdentificeerd. Deze parallel is merkbaar in verschillende aspecten van het verhaal van Matteüs. Ten eerste is er de parallel tussen de kindertijdverhalen van Mozes en Jezus. Net zoals de farao probeerde Hebreeuwse jongetjes te doden in de tijd van Mozes, probeert koning Herodes de pasgeboren Jezus uit te roeien, wat leidt tot de vlucht van zijn familie naar Egypte. Deze verhaalstructuur weerspiegelt het Exodus-verhaal. Ten tweede wordt de Bergrede, waar Jezus zijn leer verkondigt, vaak gezien als een bewuste parallel met Mozes die de Wet ontvangt op de berg Sinaï. De locatie en de manier waarop Jezus deze leer verkondigt, roepen het beeld op van Mozes die de Wet aan de Israëlieten overdraagt. Daarnaast presenteert het Evangelie van Matteüs Jezus vaak als een leraar van de Wet, vergelijkbaar met Mozes. Jezus interpreteert en breidt de Wet uit, en presenteert deze in een nieuw licht. Nieuwe Testament onderzoekers zoals Gerd Theissen en Annette Merz suggereren dat hoewel de leerstellingen die bewaard zijn gebleven in de Bergrede authentieke uitspraken van Jezus kunnen weerspiegelen, de manier waarop ze in het Evangelie van Matteüs worden gepresenteerd doelbewust is. De auteur van Matteüs organiseert deze leerstellingen in een gestructureerde preek, waarbij Jezus wordt geframed als een nieuwe gezaghebbende figuur vergelijkbaar met Mozes. In essentie gebruikt het Evangelie van Matteüs verschillende verhaalelementen en thematische parallellen om Jezus te presenteren als een figuur die de rol van Mozes vervult en overstijgt, vooral op het gebied van wet en onderwijs. Deze portrettering benadrukt de autoriteit en betekenis van Jezus binnen de Joodse traditie.
    • Jezus’ genealogiën (Mattheus 1:2-16 vs Lukas 3:23). Waarom zijn de genealogiën van Jezus zo verschillend? Zelfs als de ene genealogie van Maria is en de andere van Jozef heb je een probleem: Volgens Matteüs waren er 28 generaties tussen David en Jezus, maar volgens Lucas waren er 43 generaties.
    • Ook interessant, Mattheus zegt dat de profetieen vervult worden dat Jezus uit Nazareth zou moeten komen (Matheus 2:23). Maar die profetie bestaat niet. Waarschijnlijk slaat het op Jesaja 9:1, waarin staat dat de de opvolger van de koning een nazar (opvolger) van David zal zijn. Dat klinkt als nazarener, en het lijkt erop dat iemand het fout vertaald heeft.

    1.3 Overige contradicties in de evangeliën

    • Kwam Jairus naar Jezus voor of nadat zijn dochter stierf? (Markus 5:21-24 vs Mattheus 9:18-20)
    • Markus 11 vs Johannes 2: vond de reiniging van de tempel aan het begin van Jezus’ missie of later plaats? Dit is belangrijk want in de synoptische evangelien lijkt het zo dat Jezus 1 jaar ministry doet, overwegend in Galilea en eindigend met een enkel bezoek aan Jeruzalem. In Johannus is Jeruzalem de focus van Jezus missie: Hij bezoekt Jeruzalem 3 keer en de reiniging van de tempel gebeurt al aan het begin.
    • Kocht Judas zelf de akker (Handelingen 1:18), of kochten de priesters het (Matheus 27:3-10)?
    • Volgens Matteüs 4:1-11 en Marcus 1:12-13 ging Jezus direct na zijn doop naar de woestijn en verbleef daar veertig dagen, terwijl Johannes 2:1-11 beweert dat Jezus twee dagen na zijn doop bij de bruiloft in Kana was.
    • Wat dronk Jezus aan het kruis?
      • Markus 15:23 – wijn met mirre, maar hij drinkt niet
      • Mattheus 27:48 en Lukas – azijn/edik, maar hij drinkt niet
      • Johannes 19:29-30: Jezus krijgt azijn en drinkt.
    • Kwam Jezus om vrede te brengen of het zwaard? Mattheus 26:51 versus Mattheus 10 vers 34,35
    • Waarom hadden de discipelen eigenlijk zwaarden bij hen op goede vrijdag?

    1.4 Zijn het detailverschillen?

    De doelen en rode lijn van de verschillende auteurs zijn ook verschillend: Markus was de basis voor de synoptische evangeliën. De andere synoptische auteurs hebben dit aangepast zodat het beter paste bij hun visie: Markus beschrijft de kruisiging van Jezus alsof Jezus erg veel lijdt en alleen is, door iedereen, inclusief God, verlaten (mijn God waarom hebt gij mij verlaten!?). In Lukas is Hij in controle: Hij gaat zo de moordenaar naar het paradijs brengen. Hij is misschien al Goddelijker.

    De rode lijn in de Synoptische evangelien (Markus, Mattheus, Lukas) is in steekwoorden als volgt: Jezus wordt gedoopt door Johannes. Verleiding door de duivel. Gelijkenissen worden gepreekt. Jezus gaat wonderen en duiveluitdrijvingen doen. In Galilea. Dit tot halverwege de verslagen. Transfiguratie op de berg, praat met Mozes en Elia. Gaat naar Jeruzalem. Reinigt de tempel. Laatste Avondmaal. Rechtszaak voor Joden en geoordeeld vanwege blasfemie. Kruisiging en opstanding.

    Johannes: geen geboorte in Bethlehem, niet dat Maria maagd was, hij is niet gedoopt, en wordt niet verleid in de wildernis, hij preekt niet het komende koninkrijk, en vertelt geen gelijkenissen, hij drijft geen duivelen uit, geen transfiguratie,  de tempel wordt al gereinigd in H2, hij stelt geen Avondmaal in, maar wast de voeten van discipelen. Geen rechtszaak voor de priesters. 

    Johannes start mysterieus: het Woord werd vlees. In Johannes gebeuren wel wonderen, maar dan zijn het tekenen. Na een ‘Ik ben’ gezegde volgt een wonder: ik ben het brood des levens > voed de menigte; ik ben het licht der wereld > geneest de blindgeborene; ik ben de opstanding > geneest Lazarus. In Johannes geen gelijkenissen maar lange preken (Nicodemus, samaritaanse vrouw, discipelen en Hogepriesterlijk gebed). Deze ‘preken’ en Ik ben gezegden staan geen van allen in synoptische evangeliën.

    Dit is natuurlijk niet erg, de evangeliën zouden complementair kunnen zijn. Maar het punt is dat het portret van Jezus significant anders is. In Markus (en andere synoptici) een apocalyptische visie, die al zo’n honderd jaar aanwezig was in het Jodendom: bekeert u het koninkrijk is nabij. Proberen te dealen met de problemen die het Jodendom had (moeite). Om de een of andere reden had God het kwaad toegestaan te heersen maar het Goede zou snel gaan overwinnen! ‘De tijd is vervuld’ slaat op dat het kwaad bijna overwonnen gaat worden. Het koninkrijk van Jezus begint al op aarde: hij heelt de zieken en doden. Dat is de boodschap van veel gelijkenissen: het koninkrijk is nog klein en verborgen maar zal uiteindelijk groot zijn als Jezus terugkomt. Markus is het oudste en op veel vlakken de meest ‘nuchtere’: geen geboorte uit de maagd, geen beschrijvingen van Jezus na de opstanding. In Markus beschrijft Jezus zichzelf ook pas aan het einde als de zoon van God als Hij onder eed van de Hogepriester is geplaatst en Hij praat vrijwel niet over zichzelf. Hij praat nooit over zichzelf als heilig wezen: wel als zoon van God, maar zo kon een koning ook genoemd worden (2 Samuel 7:14)

    In Johannes gaat het echter zeer veel over Jezus zelf: de ‘Ik ben’ gezegdes. Hij noemt zichzelf letterlijk God (Ik en de Vader zijn een, en dan wordt hij bijna gestenigd). In Johannes preekt Jezus ook niet over waar het in Markus over gaat (het komende koninkrijk). In Johannes gaat het over leven met God hierboven (3:3-5), niet een nieuwe hemel en aarde waar Jezus al in deze generatie terug zou komen (Mk 9:1; 13:30). Logisch want in de tijd dat Johannes was geschreven was die eerste generatie al gestorven. Dus ze stierven voor het komen van het Koninkrijk. Dus: chronologisch dualisme in Markus: het gaat eerst slecht, daarna beter (horizontaal). In Johannes een verticaal dualisme: eerst slecht, maar dan omhoog naar de hemel.

    1.5 Verschillen in boodschap van Paulus en de evangeliën

    Paulus brieven zijn al geschreven voor Markus. Paulus schrijft veel over rechtvaardiging, zodat een mens recht wordt voor God. Gerechtvaardigd door geloof. Voor Paulus was het eerst  waarschijnlijk moeilijk om te geloven  dat Jezus de Messias was. Joden geloofden dat het een persoon met macht zou zijn (de teksten uit het OT die gaan over het lijden van Gods rechtvaardige gaan niet expliciet over de Messias: Jes 53, psalm 22). Nadat Paulus tot geloof komt wordt voor Paulus vrijheid in Jezus het grootste goed.

    De wet of vrijheid?

    Niet meer de wetten zoals de sabbath (Romeinen 14:6). Hij die wel zulke wetten houd loopt gevaar z’n verlossing te verliezen (galaten 5:4). Mattheus schrijft echter dat geen tittel of jota van de wet voorbij zal gaan. En dat je door de wet te houden in het koninkrijk van God komt (mattheus 5:17-20). De vraag is dus of Jezus de zelfde nadruk had op geloof als Paulus.

    Ik wist wel dat die visies verschillen, maar besef nu pas hoe erg ze verschillen: Paulus zegt letterlijk dat zij die weer de Joodse wetten gingen volgen in gevaar zijn om hun zaligheid te verliezen. Terwijl Mattheus dus schrijft dat alles precies gevolgd moet worden. Eerst las ik dat als het zal mekaar op de een of andere manier wel aanvullen. Nu denk ik: deze twee auteurs hadden echt verschillende meningen.

    Het is bovendien opvallend dat Paulus vrijwel GEEN aandacht besteed aan wat Jezus gezegd heeft op aarde. Het voornaamste waar hij over schrijft is Zijn rol als de lijdende en stervende en opgestane Christus die spoedig terug zou komen om de wereld te beoordelen.

    2. Oude Testament

    Eerder heb ik al eens beschreven hoeveel vreemde teksten er staan in het Oude Testament, maar hier focus ik meer op tegenstrijdigheden:

    • Genesis 6:1-4: we lezen hier dat God besluit de mensen niet meer ouder dan 120 te laten worden. Maar Abraham is niet de enige die daar later nog ruim overheen gaat.
    • Exodus: God verteld Mozes “ik verscheen aan Abraham, Izaak en Jakob als God Almachtig. Maar met Mijn naam HEERE (Yahweh) ben ik hun niet bekend geweest (Exodus 6:2). Maar eerder in Genesis maakt God zichzelf bekend aan Abraham als The LORD “Toen zij Hij tegen Abraham, Ik ben HEERE (Yahweh), Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeeën” (Genesis 15:7).
    • Waarom vervloekt God niet Cham maar Kanaän? Het lijkt erop dat het verhaal van de vervloeking van Kanaän dient om de onderdrukking door Israël te rechtvaardigen.
    • In 2 Samuël 24 geeft God aan David het bevel om een volkstelling te houden. Toen David dat deed, werd God boos op hem omdat het verboden was om een volkstelling te houden, terwijl God diegene was die aan David de opdracht had gegeven voor de volkstelling. David mocht toen kiezen tussen drie straffen, namelijk zeven jaar hongersnood, drie maanden vluchten voor zijn vijanden of drie dagen een pestepidemie. David koos voor de pestepidemie, waarbij uiteindelijk 70.000 mensen omkwamen door de pest. Echter, in 1 Kronieken 21 gaf niet God, maar Satan aan David de opdracht voor de volkstelling. Om deze reden strafte God het volk van David door het vermoorden van 70.000 mensen.
    • Misdaad vergelding in latere generaties: In Exodus 20:5 en Deuteronomium 5:9 staat dat God misdaden van mensen zal vergelden op hun nakomelingen tot de derde of vierde generatie. Andere verzen zeggen ook dat nakomelingen gestraft zullen worden voor een daad van een voorvader.[Exodus 34:7, Numeri 14:18, Deuteronomium 23:2, 2 Samuël 12:14, 2 Koningen 5:27 en Jesaja 14:21] In andere verzen zegt God dat hij nooit kinderen straft voor de daden van hun vaders of voorouders.[Jeremia 31:29-30 en Ezechiël 18:19-20.] Volgens andere passagen mogen kinderen niet gestraft worden voor de misdaden van hun vader en mogen mensen slechts gestraft worden voor hun eigen misdaden.[Deuteronomium 24:16, 2 Koningen 14:6 en 2 Kronieken 25:4.]
    • Spijt van God: In sommige verzen wordt gesproken dat God nooit spijt heeft,[Numeri 23:19, 1 Samuël 15:29 en Ezechiël 24:14.] terwijl in verschillende Bijbelverzen staat dat God spijt heeft geuit.[Genesis 6:6, Exodus 32:14, 1 Samuël 15:10-11, 2 Samuël 24:16, 1 Kronieken 21:15, Amos 7:3 en Jona 3:10.]
    • God liegt? In bepaalde passages wordt beweerd dat God niet liegt of niet anderen laat liegen,[Numeri 23:19, 1 Samuël 15:29, Titus 1:2 en Hebreeën 6:18.] In 1 Koningen 22:21-23 en 2 Kronieken 18:20-22 geeft God opdracht aan een geest of engel om foute en onjuiste boodschappen te geven aan profeten. En Bileam?
    • Had God berouw? Maar dat kan alleen na zonde en God is zonder zonde? (Jona 3, Genesis 6:6) maar Numeri 23:19 dan?
    • God zien? In verschillende passages van de Bijbel wordt beweerd dat God werd gezien door mensen in een lichamelijke vorm.[Genesis 32:30 (Jakob ziet God van aangezicht tot aangezicht en worstelt met hem, Exodus 24:9-11, Numeri 12:7-8, Numeri 14:14, Amos 7:7-8 (visioen), Amos 9:1, Ezechiël 1:27, Ezechiël 8:2 en Habakuk 3:3-5.] Maar in de Bijbel wordt ook beweerd dat God nooit is gezien, of dat niemand Gods gezicht kan zien en dat overleeft.[Exodus 33:20, Evangelie van Johannes 1:18 en Eerste brief van Johannes 4:12.] Volgens 1 Timotheüs 6:16 is het niet mogelijk dat een mens God ziet.
    • De alziende God? In de Bijbel bevinden zich passages waarin wordt beweerd dat God overal is, alles ziet en alles weet.[Spreuken 15:3, Jeremia 16:17, Jeremia 23:24-25, Judit 15:11 en Hebreeën 4:13]. Maar in andere verzen blijkt dat God bepaalde dingen niet weet. Bij Job 1:7 vroeg God aan Satan waar hij geweest was (retorische vraag?). In Genesis 18:20-21 zegt God dat hij beschuldigingen over de bewoners van Sodom en Gomorra had gehoord en het zou onderzoeken. In Genesis 3 was God verbaasd dat Adam en Eva zich verstopten omdat zij naakt waren.
    • Veranderd God zijn mening? In Numeri 23:19-20, 1 Samuël 15:29 en Jakobus 1:17 wordt beweerd dat God zijn mening niet verandert, maar in verschillende gevallen heeft volgens de Bijbel God wel zijn mening veranderd.[Genesis 6:6, Exodus 32:14, Numeri 14:20, 1 Samuël 15:35 en 2 Samuël 24:16.]
    • Bastaarden kiezen er niet voor om bastaard te zijn. Toch straft God ze door ze uit te sluiten van de gemeenschap. Maar ook al hun nakomelingen voor 10 generaties (Deuteronomium 23:2). Andere verzen zeggen echter: De vaders mogen niet ter dood gebracht worden om de kinderen, en de kinderen mogen niet ter dood gebracht worden om de vaders. Ieder zal alleen om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden (Deuteronium 24:16).
    • En natuurlijk zijn er nog de welbekende verschillen tussen Genesis 1 en 2, waar allerlei uitleggingen over zijn door apologeten. Maar het punt blijft: het woordgebruik en schrijfstijl is verschillend, er worden twee verschillende namen voor God gebruikt en de volgorde verschilt: dieren voor de mensen geschapen (H1), of erna (H2). Zijn planten geschapen voor de mensen of erna. Is ‘de mens’ het eerst levende schepsel of het laatste? Waar kwam het licht vandaan als de zon maan en sterren pas later werden geschapen? Hoe kon er een dag en avond zijn zonder hen?
    • Genesis: een groot en een klein licht? Zon en maan? Maar de maan maakt geen licht en reflecteert slechts de zon.
    • Prediker 3 lijkt te suggereren dat er niets na dit leven is. Dit raakt aan het punt dat er in het Oude Testament vrijwel geen concept van eeuwige straf bestond. Pas in de laatste twee eeuwen v.Chr. ontstond er apocalyptisch denken onder Joden die te midden van tegenspoed rechtvaardigheid zochten en het kwaad toeschreven aan machten buiten God. Aanvankelijk hadden ze een tijdelijk perspectief op straf, waarbij ze geloofden dat de huidige wereld onder de heerschappij van het kwaad stond, met de belofte van een toekomstige herstel. Naarmate het verwachte koninkrijk van Jezus niet tot stand kwam, verschoven theologische perspectieven van tijdelijke naar ruimtelijke dualisme. Deze overgang markeerde een verschuiving van het idee van een nieuw lichaam na de dood naar een geloof in de scheiding van ziel en lichaam, mede beïnvloed door Griekse filosofieën zoals die van Plato. De toenemende invloed van Griekse bekeerlingen op het vroege christendom, met name zichtbaar in latere evangeliën zoals die van Lucas en Johannes, benadrukte deze verschuiving naar een meer op de ziel gerichte benadering, waarin Jezus concepten van hemel en hel bespreekt (Ehrman, 2021). Hieruit blijkt naar mijn idee dat teksten uit het Oude Testament niet consistent zijn met teksten in het Nieuwe Testament.

    Bronnen:

    Verschillende boeken van Bart Ehrman, voornamelijk:

    Ehrman, B. D. (2009). Jesus, interrupted: Revealing the hidden contradictions in the Bible (And why we don’t know about them). New York: HarperOne.

    Ehrman, B. D. (2021). Heaven and Hell: A History of the Afterlife. Simon and Schuster.

    Wikipedia (interne consistentie van de Bijbel),

    Skeptics annotated Bible: https://www.lyingforjesus.org/Bible-Contradictions/

    Maarten ’t Hart: De Schrift betwist, de Bijbel gelezen en gefileerd deel I en II.

    6 gedachten over “Is de Bijbel onfeilbaar of zijn er tegenstrijdigheden?

    Geef een reactie

    Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *