Ik dacht altijd dat evolutie een heel onrealistisch scenario was. Totdat ik erachter kwam dat mijn eigen scenario nog veel minder realistisch was. Ik besefte dat ik al een conclusie had en daar altijd data bij had gezocht als creationist. Naar mijn huidige mening past de conclusie van evolutie eigenlijk echter beter bij de data. Ik wil dat proberen in Jip en Janneke taal te illustreren door de twee scenario’s te vergelijken.
Heel simpel gezegd zijn de scenario’s als volgt:
Scenario 1 (Letterlijke lezing Bijbel/creationisme): God maakt mensen uit stof/klei die op Hem lijken en blaast ze adem in. Plotseling is daar de mens, vanaf het begin van de schepping (dag 6). Vervolgens maakt God uit de rib van Adam Eva. God schept ook apart de primaten, maar Hij laat ze wel erg op de mens lijken qua gedrag en uiterlijk. En eventjes cru gezegd verstopt Hij ook nog allerlei fossielen van Neanderthalers, en allerlei andere hominiden, zoals de dwergmensen Homo floresiensis in de grond.
Scenario 2 (Evolutie): kleine graduele stapjes zorgen voor nieuwe eigenschappen.
Als je dit grafisch vergelijkt komt het neer op de volgende afbeelding:
Dus het evolutie scenario is allemaal kleine stapjes, waarvan de rode lijn ook nog eens ondersteund wordt door de fossielen volgorde en op DNA-en morfologie gebaseerde fylogenetische bomen. Het Bijbelse scenario is een mega sprong van aarde naar mens. Dus of vele kleine kansjes, maar nog wel realistische kansen, versus een enorme sprong van niets naar de mens, waar de kans normaal gesproken 0 op is. Volgens mij is het Bijbelse scenario onder andere daarom veel minder realistisch dan het evolutie model. Je kunt wel zeggen als er een God is kan alles. Maar dan kunnen we meteen stoppen met redeneren. Bovendien moet je dan niet alleen het bestaan van dit leven verklaren, maar ook nog eens een God die veel groter en complexer is dan dit alles, en maak je het probleem dus eigenlijk groter.
Data voor scenario 2 Maar er is meer. Scenario 2 komt namelijk ook veel beter overeen met de geologische kolom en de volgorde van de fossielen daarin (een ander artikel daarover). Zie de onderstaande afbeelding die ik gemaakt heb met een afbeelding uit een boek van evolutie kritische wetenschappers, die ondanks kritiek op punten van evolutietheorie deze fossielenvolgorde/biostratigrafie wel als aannemelijk zien, net als andere creationisten*.
De onderste laag in deze geologische kolom is de oudste, naar mate je hoger komt is het recenter. In de werkelijke geologische kolom komt de mens dus pas in de laatste lagen tevoorschijn. Deze geologische kolom is gebaseerd op het evolutie kritische boek Evolutie, het nieuwe studieboek (Junker & Scherer, p. 227).
Kortom, scenario 2 (evolutie) is denk ik realistischer en er is meer bewijs voor omdat het beter past bij bij de fossielen, alleen al vanwege het late ten tonele komen van de mens* ten opzichte van andere fossiele groepen en ook de fossiele volgorde in het algemeen, zoals ik ook betoog in dit artikel.
*Na feedback van geoloog Willem Jan Blom besef ik dat ik hier misschien beter een zoogdier dat sowieso meer gevonden wordt in verschillende lagen kan gebruiken, gezien er maar erg weinig fossielen van mensen gevonden zijn.De stelling zou dan worden dat er al zoogdieren gevonden zouden moeten worden in alle geologische lagen in plaats van enkel de meer recente lagen. Een ander punt van feedback van hem is dat ik creationisten iets meer ruimte zou moeten geven door de vraag te stellen: is er vanuit creationistisch oogpunt een scenario te bedenken dat enigszins plausibel is en de aard van het fossielenarchief kan verklaren?Ik ben benieuwd!
Waarom eigenlijk scenario 1? Zoals gezegd vraag je je op een gegeven moment af, waarom geloof ik scenario 1 eigenlijk? Wat is daar het bewijs voor? Als je er dan achter komt dat de bijbel het ‘bewijs’ is, en dat je dus eigenlijk een cirkelredenering begaat (het Bijbelse verhaal is waar met als argument de Bijbel). En als je daarbij dan gaat beseffen dat die Bijbel als argument eigenlijk niet zo sterk is omdat er allerlei tegenstrijdigheden in staan, het veel persoonlijke openbaringen bevat, en niet bepaald op repliceerbare methodes en empirische data berust, ga je naar scenario 2 en probeer je dat te laten kloppen bij je geloof: maar dan krijg je vragen als: wanneer kregen de mensen/apen een ziel? Bovendien wordt je wantrouwig, je hebt altijd in scenario 1 geloofd maar het is gewoonweg niet waar! Waarom geloofde ik de dominee en de Bijbel eigenlijk?
Er is overigens veel meer bewijs voor de stelling dat mensen gemeenschappelijke voorouders delen met apen (geneste hierarchie, gedeelde foutjes in het DNA zoals ERV’s, gedeelde pseudogenen etc). Daarover later meer. Maar laat de twee scenario’s eens op je inwerken en bepaal voor jezelf wat realistischer is. Ik wil afsluiten met de kanttekening dat voor veel christenen de ontstaansgeschiedenis meer iets verteld over wie we als mens zijn, en niet zozeer over het daadwerkelijke/letterlijke ontstaan. Dat vindt ik veel waarschijnlijker, maar alsnog vind ik het dan bijzonder dat God beeldtaal gebruikt zoals een rib/zijde, wat best wel concreet/letterlijk lijkt. Ook blijf je dan met problemen zitten als wanneer kreeg de mensheid een ziel, wanneer was de zondeval, waarom schiep God door een survival of the fittest?
* Deze geologische kolom ligt uiteraard niet letterlijk zo onder onze voeten. Deze biostratigrafie is gemaakt door het naast elkaar leggen van de fossieleninhoud van talloze lokale stratigrafische secties, overigens vaak door christelijke wetenschappers zoals Richard Owen. Willem Jan Blom merkte dan ook terecht op in een mailconversatie dat: “de geologische kolom, zoals geconstrueerd op basis van het fossielenarchief, is nu eenmaal niet iets wat zich zomaar laat voorspellen. De geschiedenis van het leven heeft een hele reeks opmerkelijke episodes gekend (snelle radiaties, massale uitstervingen, etc.) die we van tevoren niet hadden kunnen bedenken. (…) Ook vanuit de evolutietheorie kun je het fossielenarchief niet zo gemakkelijk voorspellen. Om maar een voorbeeld te noemen: vanuit de evolutietheorie werd verwacht dat alle overgangen in het fossielenarchief buitengewoon gradueel zouden zijn. Het kostte moed van Gould en Eldredge om te zeggen dat dat simpelweg niet is hoe het fossielenarchief eruitziet en op basis daarvan met een nieuw model te komen (punctuated equilibrium).”
Veel christelijke mensen denken dat (macro)-evolutie een fabeltje is van ‘evolutionisten’ waar geen goede argumenten voor zijn. Het is lang geleden, je kunt er geen empirische toetsen op loslaten (op micro evolutie zeker wel) en het is dus een kwestie van geloof. Wat wiskundige en medische wetenschappers bijvoorbeeld doen is geen geloof, maar wat biologen doen wel. Hoeveel voor bijna alle wetenschappers evolutie een feit is, een natuurwet, begrijp ik wel dat bijvoorbeeld de miljoenen jaren en van een-cellige naar mens moeilijk te begrijpen is. Maar toch denk ik zelf na jaren nadenken hierover dat evolutie waarschijnlijker is dan een recent gemaakte aarde, met apart maar allemaal tegelijk geschapen soorten en een zondvloed. In dit artikel focus ik op fossiele data die volgens mij het best (met de minste aannames, Ockhams scheermes) te interpreteren valt door de hypothese van een gradueel patroon van uiteindelijk macro-evolutie.
Heel kort even een kleine inleiding over fossielen en aardlagen. De aarde onder ons bestaat uit vele lagen. Die zijn door christelijke creationistische geologen ingedeeld in (sub)groepen (I.e. William Smith, Georges Cuvier, Richard Owen) en de drie meest recente hoofdgroepen zijn het Paleozoïcum, Mesozoïcum en Cenozoïcum genoemd. Deze geologen en ook huidige creationistische onderzoekers erkennen dat er een lijn is van fossielen die ongeveer loopt als volgt:
Paleozoïcum In het Paleozoïcum zijn fossielen van vissen, amfibieën en reptielen veelvoorkomend, in die volgorde. Er zijn echter geen vondsten van dinosauriërs, vogels, of moderne zoogdieren. Ondanks de miljarden plantenfossielen in de Paleozoïsche laag heeft niemand ooit ook maar één fossiel van een bloem gevonden, inclusief welke loofboom dan ook. Waarom niet? De voor de hand liggende verklaring is dat bloemen nog niet waren geëvolueerd, maar daar kom ik later op.
Mesozoïcum De volgende laag, het Mesozoïcum, wordt vaak het tijdperk van de dinosauriërs genoemd. Deze lagen bevatten veel dinosauriërs. Daarnaast ziet het Mesozoïcum de opkomst van de eerste bloeiende planten, vogels en zoogdieren, zij het primitieve vormen in vergelijking met de huidige soorten.
Cenozoïcum Bovenop de Paleozoïcum en Mesozoïcum ligt het Cenozoïcum, dat nog steeds wordt afgezet in oceanen, woestijnen en moerassen over de hele wereld. Dit tijdperk markeert de eerste belangrijke verschijning van fossielen van moderne zoogdieren zoals katten, honden, apen en mensen. Het wordt het tijdperk van de zoogdieren genoemd en vertegenwoordigt de huidige geologische periode. Deze drie lagen lijken metaforisch op een 3-laagse taart, waarbij de onderste laag de vroegste periode vertegenwoordigt, gevolgd door de middelste en bovenste laag.
Grafisch ziet dat er zo uit, hoewel sterk vereenvoudigd. Dit is geaccepteerd door vrijwel iedereen, ook door jonge aarde creationisten (zie bv. p. 222 van Evolutie, het nieuwe studieboek).
De grote vraag die nu opkomt is de volgende: Als alle organismen tegelijk geschapen zijn, waarom worden ze dan niet tegelijk gevonden in alle aardlagen en specifiek in de oudere lagen? Dus waarom vinden we niet in het Paleozoicum al alle groepen organismen? Ik probeer dit nu iets preciezer uit te werken door eerst het creationistische verhaal kort uit te werken en vervolgens met een tabel beide verhalen op hoofdlijn te vergelijken.
Creationische verhaal in het kort:
Alle soorten tegelijk (1 week) geschapen
Zondvloed: veel soorten worden gedood, van honderden baramins (basis typen) worden paartjes gered in de ark.
Na de zondvloed gaan we van een paar honderd baramins naar de miljoenen soorten van vandaag.
Hieronder volgt de tabel waarin ik het creationistische verhaal probeer te vertalen naar hoe het er volgens mij in de aardlagen uit zou moeten zien volgens de Bijbel.
Stratigrafische laag
Typische Fossielen
Creationistische verhaal
Cenozoicum (~heden).
Mensen, bekende zoogdiersoorten
Snelle speciatie: in 3500 jaar van paar honderd, naar miljoenen soorten * Mogelijk de zondvloed: extinctie van alle soorten behalve paar honderd baramins
Neogeen
Bekende zoogdiersoorten
Snelle speciatie: in 3500 jaar van paar honderd, naar miljoenen soorten
Paleogeen
Uitgestorven zoogdier soorten
Snelle speciatie: in 3500 jaar van paar honderd, naar miljoenen soorten
Mesozoicum
Krijt dinosaurussen
Snelle speciatie: in 3500 jaar van paar honderd, naar miljoenen soorten
Jura
Dinosaurussen
Snelle speciatie: in 3500 jaar van paar honderd, naar miljoenen soorten
Trias
Archosauriërs
Snelle speciatie: in 3500 jaar van paar honderd, naar miljoenen soorten
Perm
Perm Reptielen
* Mogelijk de zondvloed: extinctie van alle soorten behalve paar honderd baramins
Carboon
Steenkoolplanten, amfibieën
Alle soort types (baramins)
Devoon
Vissen
Alle soort types (baramins)
Siluur
Mariene ongewervelden
Alle soort types (baramins)
Ordovicium
Mariene ongewervelden
Alle soort types (baramins)
Cambrium
Mariene ongewervelden
Alle soort types (baramins)
Vendium
Ediacara fossielen
Alle soort types, vanaf zondeval met predator eigenschappen (baramins)
Precambrium
“Pre-Vendium” Bacteria
*Paradijs: alle soort types, zonder predator eigenschappen (baramins)
Tabel 1. Een sterk versimpelde rode lijn van de biostratigrafische kolom. De creationistische lijn is zoals die volgens mij/creationisten hypothetisch gezien zou moeten zijn vanuit een letterlijke lezing van de Bijbel. * De zondvloed is tijdens het Perm of zelfs het hele Paleozoicum (rood gemarkeerd) geplaatst of tijdens het Cenozoicum, maar behoorlijk hypothetisch omdat creationisten geen consensus hebben over wanneer de zondvloed plaatsgevonden zou moeten hebben, zie dit artikel van biologe Gerdien de Jong.
Creationistische verklaring Hieruit blijkt volgens mij heel duidelijk dat het creationistische verhaal niet klopt met de werkelijkheid van de fossielen. Creationisten hebben natuurlijk wel een verklaring voor de gelaagde geordendheid in de aarde. Zonder een stroman te willen maken van het creationistische model is volgens mij het hoofdpunt van creationisten waarmee ze de lagen verklaren dat een groot deel van de lagen is afgezet tijdens de zondvloed. Als verklaring voor de geordendheid van de fossielen zeggen ze dat er bijvoorbeeld Hydraulic sorting plaatsvond. Dus door het water bleef de ene soort meer bovenaan drijven en de andere dieper. Maar nee, dan zouden kleine diertjes bovenaan in de geologische kolom moeten liggen. Een andere verklaring is dat tijdens de vloed snelle dieren en mensen naar de top vluchten. Daarom worden zij gevonden in hogere aardlagen. Maar hier is een gemakkelijk tegenargument tegen: planten en vissen worden vaak genoeg gevonden boven dieren.
Überhaupt kan het bijna niet dat al deze lagen tijdens de zondvloed zijn neergelegd. Want in veel van de zogenaamde zondvloedlagen zijn sporen van organismen te vinden, zoals tunnels van trilobieten (Tapeats sandstone). Als het 1x een vloed was die alles bedekte hoe zouden de organismen dan die sporen hebben kunnen maken? Zie: The Defeat of Flood Geology by Flood Geology (creationismeweersproken.blogspot.com)
20 miljoen laagjes Dat bijna alle lagen zijn afgezet tijdens de vloed past ook niet bij het ene laagje sedimentair gesteente na het andere. Er zijn bijvoorbeeld 20 miljoen laagjes op elkaar gevonden bij de Green River Formation. Ieder laagje heeft een donker- en lichtgekleurd deel (winter en zomer). Het zijn laagjes zoals gevormd in een huidig meer. Creationisten zeggen dat die laagjes zijn gekomen door stromingen tijdens de vloed: dus 40 miljoen van die stromingen van afwisselend licht en donker sediment, gedurende ongeveer 300 dagen. Dat zijn 3 laagjes per 2 seconde en is gecombineerd met de observatie van afwisseling tussen licht en donkere sedimenten niet erg realistisch. Bovendien zijn er behalve de vloed veel andere extreme evenementen terug te vinden in de aardlagen. Er zijn minstens 5 periodes waarin enorm veel fossielen werden gevonden (massa uitstervingen). Bijvoorbeeld het K-Pg uitstervings event. Alle dino’s zijn toen uitgestorven. Waar past dat in het Bijbelse model?
Recente zondvloed en snelle speciatie Ook is het volgens mij sowieso heel moeilijk uit te leggen dat de zondvloed heel recent is geweest, waarbij de soortendiversiteit uitgedund werd tot een paar honderd soorten en dat er in de paar duizend jaar daarna enorme speciatie (soortvorming) is geweest tot de miljoenen soorten vandaag. De vloed is volgens de Bijbel maximaal 4.500 jaar geleden (sommige creationisten accepteren dat er hiaten zitten in de generatie lijsten, voor hen zou het langer geleden kunnen zijn). Er konden niet heel veel soorten op de ark: als voorbeeld neem ik de reptielen en neem ik het naar mijn weten ruimste creationistische model (er konden 320 baramins aan reptielen aan boord). Dan heb je dus een forse speciatie snelheid nodig om in 4.500 jaar aan de 11.000 soorten reptielen van vandaag te komen. Dan neem ik de uitgestorven soorten niet mee, wat er ook nog eens duizenden zijn als je bijvoorbeeld de dino’s meetelt (zijn volgens sommige creationisten pas na de zondvloed uitgestorven). Bovendien zit je met veel soorten met het probleem dat ze al heel kort na de zondvloed in hun moderne vorm bekend zijn (zeker in klasses als de zoogdieren (waar je van 400 baramins naar 6.400 extante soorten nu gaat)). 3.500 jaar geleden waren veel moderne dieren er namelijk al, waar je niet eens fossielen voor nodig hebt om dat te bewijzen: het kan zowel gezien worden aan de gemummificeerde dieren bij de mummies van de Egyptenaars, muurtekeningen van hen, als simpelweg de soorten die in het Oude Testament voorkomen (de dieetwetten van Mozes b.v.). Dit gaat dan over bijvoorbeeld geiten, schapen, kamelen, paarden of mummies van apen (bavianen bijvoorbeeld). Mijn punt is dat evolutie volgens creationisten normaal dus bijna niet kan en nu na de zondvloed kan het in een keer heel snel?
Een ander zijdelings gerelateerd punt is dat er 4500 tot 5000 jaar geleden al pyramides werden gebouwd in Egypte, terwijl de zondvloed 4500 jaar geleden gebeurde. Hoe kan het dat de pyramides de vloed overleefden, bovendien ook nog eens zonder veel waterschade?
Toenemende moderniteit En er zijn nog vele lijnen van argumenten die naadloos passen bij de fossielenvolgorde. Twee trends die er perfect bij passen zijn bijvoorbeeld toenemende moderniteit en toenemende terrestriciteit van fossielen. De meeste fossielen zijn van uitgestorven soorten, maar sommige lijken meer op levende soorten dan andere. Fossielen van hoger in de stratigrafische kolom lijken meer op levende soorten dan die van lager in de kolom. Bijvoorbeeld, Paleozoïsche vissen zijn meestal vreemd uitziende vissen, in tegenstelling tot de levende vissen van vandaag. Mesozoïsche vissen lijken meer op levende vissen, en Cenozoïsche vissen lijken behoorlijk op levende soorten vissen. Deze vervangingstrend is goed bekend en geldt voor bijna alle groepen organismen, behalve de bacteriën, die weinig lijken te zijn veranderd.
Toenemende terrestriciteit Toenemende terrestriciteit. Er zijn enkele trends naar toenemende terrestriciteit in het fossielenbestand gevonden. Zoals gezegd zijn fossielen uit de laagste Paleozoïsche lagen allemaal van mariene wezens die waarschijnlijk op de zeebodem leefden of daar dichtbij. In het midden van het Paleozoïcum vindt men niet alleen zeedieren, maar ook veel fossielen van soorten die waarschijnlijk in moerassen leefden of misschien langs de randen van de zeeën of rivieren. In het bovenste Paleozoïcum vindt men volledig terrestrische soorten. Mesozoïsche en Cenozoïsche fossielen omvatten vertegenwoordigers van alle voorgaande ecologische habitats. De duidelijkste voorbeelden van deze trend worden gegeven door de opeenvolging van de eerste verschijningen van groepen planten en gewervelden. De laagste gewervelden in de geologische kolom zijn vissen, die water nodig hebben. Het volgende ecologische type dat verschijnt zijn de amfibieën, die langs waterkanten leven. Hoger in de kolom worden ze vergezeld door de reptielen, die zonder water kunnen leven. Zoogdieren en vogels zijn de laatste klassen van gewervelden die als fossielen verschijnen.
Mijn conclusie is dat er enorm in bochten gewrongen moet worden om het creationistische verhaal bij de fossiele volgorde te laten passen, wat pure data is. Het evolutionaire verhaal is er juist op gebaseerd.
Ik ben een jonge bioloog en onderzoeker, die uit een reformatorisch christelijke achtergrond komt en daar veel vragen bij heeft gekregen. Ik beschrijf hieronder mijn vragen en redenen voor sterke twijfel aan het christelijke geloof. Het is min of meer geschreven in de volgorde van hoe ze voor mij belangrijk werden.
Bidden Ik was altijd een serieuze bidder, ooit heb ik m’n knieën letterlijk beschadigd omdat ik veelvuldig op mijn knieën voor mijn bed bad. Ik hoopte op ‘briefjes uit de hemel’ in relatiekwesties, hoopte dat mensen genazen, bad dat m’n (doods)angsten weg werden genomen, bad dat ik een goede studie/baankeuze mocht maken of die bepaalde baan mocht krijgen. Maar het gevolg was dat ik geen keuzes meer durfde maken. Later besefde ik dat God gebeden wel heel erg verhoord volgens natuurwetten: als we in Nederland bidden om regen in de herfst dan kan het nog wel es verhoord worden, maar de Afrikaan in de Sahara zal er een stuk langer voor moeten bidden. Op een gegeven moment begrijp je dan niet meer wanneer God werkt volgens natuurwetten en wanneer hij ingrijpt: is het echt realistisch dat ik verwacht dat mijn gebed verhoord wordt wanneer ik bid voor het halen van een tentamen, terwijl ergens anders een kindje bid om eten terwijl hij sterft van de honger en God daar ook (vaak) niet naar luistert?
De eeuwigheid Een ding waar ik vooral voor bad was dat ik de hemel mocht bereiken, en een soort verzekering kreeg voor een onverwachte, onvoorbereide dood. Maar ik wist het nooit zeker of ik gered was, al piekerde ik er heel wat over af en las ik er veel boeken over. Om niet te spreken van de tegenstrijdige gevoelens die ik altijd voelde aan het Heilig Avondmaal. Als ik heel eerlijk was voor mezelf wist ik het allemaal niet zo zeker als ik daar pretendeerde.
Ook snapte ik niets van de tegenstrijdigheden van gelovigen. Als werkelijk alle mensen die niet hetzelfde geloven als wij naar de hel gaan, ga dan alsjeblieft rennend de straat op en vertel alle mensen het! Praat erover met elkaar, maar vooral met mensen die er nog niets van weten. Kom op, het gaat om een eeuwigheid! Hoe kunnen we na de kerkdienst een beetje zitten keuvelen over wat er in ons specifieke dorpje allemaal aan de hand is? Een beetje rekenen brengt je algauw tot de conclusie dat je dan wel beter even wat minder kunt werken en in plaats daarvan veel mensen kunt gaan redden.
Geloof geografisch voorspelbaar Gerelateerd hieraan was het probleem dat geloof wel erg gebonden is aan welk geografisch gebied iemand geboren wordt. Als je geboren wordt in de Bijbelbelt geeft je een hele grote kans om gered te worden en de waarheid te vinden. Arme mensen buiten die belt. Ohja, wacht er zijn christenen over de hele wereld. Maar mijn probleem blijft: zijn de mensen in Thailand waar slechts 5% christen is 95% meer eigenwijs/ongelovig/slecht en hebben ze daarom geen relatie met God? Er zijn echt miljarden mensen die niet christelijk zijn, zeker als je het bekijkt ook over de tijd heen.
Ja, en dan had je nog de verschillende nadrukken op bepaalde Bijbelgedeelten. Sommige gedeelten worden veel besproken of bepreekt, andere vrijwel niet. Het is cliché, maar wel waar om het voorbeeld te nemen van ‘een rijke gaat nog moeilijker naar de hemel, dan een kameel door het oog van de naald gaat’. We horen als Nederlanders, en zekers als refo’s bij de rijkste procenten van de aarde. Sterker nog: veel refo’s zijn duidelijk kapitalisten. Daar heb ik op zich niets op tegen, maar wel als er selectief van Bijbelteksten gebruik gemaakt wordt terwijl er tegelijk gezegd wordt dat de hele Bijbel het onfeilbare Woord van God is.
Visies en kerken Vreselijk vind ik alle discussies over kerken. De discussies gaan vaak over bepaalde accenten, bepaalde details en worden gebruikt als maatlat of je hoort bij de wij of de zij. De echte moeilijke zaken worden vaak niet besproken wat ik inmiddels ook snap, omdat je heel voorzichtig moet zijn met wat je dan zegt… Maar het lastigste vond ik eraan dat ten opzichte van die naderende eeuwigheid voor al die prachtige en niet zo prachtige mensen het allemaal zo weinig relevant lijkt. Een kwestie van prioriteiten lijkt me. Later besefte ik de verschillende accenten heel logisch waren: de Bijbel verkondigd nu eenmaal verschillende perspectieven en is vaak lastig te interpreteren. Iedere kerk, ieder mens kan teksten kiezen voor z’n visie. En natuurlijk zijn er toptheologen die pretenderen dat zij het allemaal wel het best geharmoniseerd en gesystematiseerd hebben. Maar er blijven altijd problemen. De God van het oude Israël was bijvoorbeeld echt niet zo’n lieve God, in een van de Psalmen heeft hij het over de hoofden van kinderen kapot slaan op de stenen. Mijn God!? Maar nee, dat moet je in context lezen. Maar is dit echt dezelfde God die de wereld zo lief had dat Hij zijn lieve Zoon gaf?
Langzamerhand begon ik te beseffen dat de Bijbel nooit zo bedoeld kan zijn. Toen Paulus vroeg of zijn jas en boeken ook mee genomen werden (2 Timotheüs 4:13), had hij echt niet in gedachten dat zijn brieven ooit in een netjes met leer en gouden slotjes gebonden boek zou terechtkomen. Verschillende auteurs hadden verschillende visies en doelen met de boeken die ze schreven.
Evolutie Ondertussen struggelde ik als bioloog erg met de evolutietheorie. Die theorie leek op allerlei gebieden zoveel logischer te zijn dan stellingen dat de aarde 6.000-10.000 jaar oud is en vooral bij het feit dat er allemaal apart geschapen soorten zijn. Als ik door de bergen liep, kon ik niet helpen dat ik me afvroeg hoe dit allemaal gevormd kon zijn in korte tijd. Als ik door de dierentuin liep kon ik met name bij de apen en andere zoogdieren niet ophouden me af te vragen of we niet erg veel op elkaar lijken qua morfologie en gedrag. Met name over de chimpanzees en bonobo’s kon ik maar niet uit. Het trof me hoe erg ze qua gedrag op ons lijken. Ze kunnen zich bijvoorbeeld gezamenlijk verbazen over hoe een baby aapje nieuw gedrag vertoond, of rouwen over een overleden groepsgenoot (zie de foto hieronder van Frans de Waal (2003)).
Bijvoorbeeld ook de handen en oren konden me in verwarring brengen. Waarom lijken die zo erg op menselijke? Dit ging diep en het bracht me er toe weer te gaan studeren. Ik was serieus creationist, maar om dan in een collegezaal te zitten met honderden studenten waar niemand ook maar opkijkt als het genoom van apen met mensen wordt vergeleken en vertelt en aangetoond wordt dat overeenkomsten komen doordat we een gezamenlijke voorouder hebben, terwijl je zelf het zweet op je rug hebt staan want je bent zo bang voor alle complottheoriën? Je wilt eigenlijk vragen stellen, maar durft het niet? Had ik het maar gedaan, die biologen zijn echt zulke vreselijke, onbetrouwbare mensen niet.
Een moeilijk punt werd dat er niet alleen overeenkomsten zijn tussen soorten, maar dat die gelijkenis niet random is, dat er een volgorde is waarin soorten steeds ietsje meer op elkaar lijken (patroon van homologie of geneste hierarchie genoemd). Qua morfologie, qua genetica maar zelfs ook deels qua gedrag. Heel grof en puur ter illustratie gezegd lijken de mensapen qua morfologie, intelligentie, emoties en andere eigenschappen meer op de mens dan de ‘gewone’ aapjes, en dat aapje lijkt weer iets meer op ons dan de lemuur, en die lemuur weer meer dan een muis, en die muis weer dan een hagedisachtige, etc. etc. En deze volgorde, van steeds meer op elkaar lijken is er op vrijwel ieder gebied. Handen lijken bijvoorbeeld steeds meer op elkaar: de hand van een mens, de hand van een chimpanzee, de hand van een doodshoofdaapje, de hand van een muis, de hand van een reptiel, de hand van een kikker, van een salamander, de vinnen van een vis! Alsjeblieft, ga eens naar de dierentuin en kijk naar een doodshoofdaapje of de baby van een chimpanzee, kijk naar z’n handjes, z’n hoofdje.
Deze geordende gelijkenis had God nog kunnen scheppen. Zelfs de volgorde in Genesis is behoorlijk vergelijkbaar met de volgorde van het evolutie model. Maar waarom plaatste God dan ook foutjes zoals virus fossielen (endogene retrovirussen) en pseudogenen in ons genoom op de zelfde plaatsen als in apen (Zhang et al., 2010; Johnson et al., 1999). Op een gegeven moment besefte ik dat wij gewoon heel veel delen met apen en zeer waarschijnlijk ook gezamenlijke afstamming. Dat maakte het heel erg moeilijk: wanneer gaf God mensen een ziel bijvoorbeeld? Er zijn veel theologen die hierover nadachten, maar ik vond het vergezochte theorieën (van den Brink, 2017; Walton, 2015). Op een gegeven moment werd ik allergisch voor al zulke vergezochte theorieën dus bleef ik liever zoeken naar argumenten tegen evolutie. Jammer genoeg kwam ik er echter achter dat creationisten nogal eens onterechte punten maken, zoals het bekende punt dat er geen ‘missing links’ zijn. Dit zijn de fossiele tussenvormen tussen bijvoorbeeld vis en amfibie. Die zijn er echter gewoon, zie bijvoorbeeld onderstaande afbeelding (Padian, 2013):
Maar bovendien besefte ik langzamerhand dat het jonge aarde scheppingsmodel met een God die mensen formeert uit stof, alle andere soorten los van elkaar schept en met een wereldwijde vloed minder realistisch is dan het evolutie model dat zo goed klopt met de fossielen volgorde (uitgelegd in dit artikel). Ook begreep ik dat al die wetenschappers niet aan het samenspannen zijn tegen de kerk, of eigenlijk dom zijn.
Er zijn vele andere argumenten, zoals bijvoorbeeld dat op eilanden die lang geleden afgesplitst zijn totaal andere dieren leven dan op de grote continentale landmassa’s. Een voorbeeld is de boomkangoeroe op Australië. In Australië leven geen apen, want Australië was al afgesplitst voordat de apen evolueerden. Daarom hebben kangoeroe’s de niches van apen ingenomen en zijn ze aangepast aan leven in de bomen. Dat bewijst enerzijds het enorme aanpassingsvermogen (op z’n minst micro-evolutie), maar ook dat Australië al lang geleden afgesplitst is. Moeilijk is daarbij ook de vraag hoe soorten van de ark op eilanden als Australië zijn gekomen. Neem de luiaard of de buidelmol. Nee, dat deze soorten afgescheiden zijn ontwikkeld op een al lang van het continent afgebroken eiland en daardoor anders aangepast zijn is veel realistischer, en daar zijn zelfs bewijzen voor in de zin van fossielen. Augustinus schreef hier overigens ook over in zijn boek de civitate Dei. Een optie volgens hem was dat deze dieren wederom uit de aarde zijn opgekomen. Dat verwijst naar Genesis 1:24 waar staat dat God zei: De aarde brenge levende zielen voort. Een andere mogelijkheid, opperde Augustinus, is dat engelen de kangoeroes hebben opgepakt en naar Australië hebben gevlogen. Aan geloof en creativiteit heeft het Augustinus niet ontbroken, maar ik vindt dit de grenzen van realiteit overgaan.
Ook bijvoorbeeld in ons eigen lichaam kunnen we duidelijk sporen vinden van onze afkomst: onze aortobogen hebben in de embryonale fases nog heel veel aders, die later verdwijnen. Waarom zijn die er eerst en verdwijnen ze later? Kijk maar naar het plaatje hieronders (Falk en Klerk, 2015).
Nog een voorbeeld dan: de walvisachtigen zijn duidelijk zoogdieren: ze hebben longen om te ademen (er zijn ook vissen met longen trouwens, wat de overgang naar land mogelijk maakte), ze geven melk, ze hebben zelfs nog soms bekkenbotjes, hoewel ze natuurlijk al lang geen bekken meer hebben. Interessant is ook dat hun ruggenwervel niet zijwaarts beweegt, maar op-en-neer, in tegenstelling tot vissen. Dat komt omdat ze afstammen van dieren die een ruggenwervel hadden die geoptimaliseerd is voor bewegen op land, zoals de onze. Walvissen hebben ook defecte hoorgenen (gehoor in water is heel anders dan op land). Dit duidt erop dat ze het normale zoogdiergehoor verloren zijn. Dat walvisachtigen zoogdieren zijn en blijkbaar nog structuren hebben voor landleven, maar nu zijn aangepast aan waterleven is een sterk argument voor evolutie (Thewissen et al., 2009). Daarbij komt dat er ook een duidelijk sequentie is van fossielen die van minder naar steeds meer aangepast aan het waterleven gaat. Ik zou nog uren door kunnen gaan met argumenten voor en tegen evolutie, maar persoonlijk vind ik zowel de (empirische!) bewijzen voor het mechanisme van evolutie als de bewijzen voor dat er langzamerhand nieuwe soorten vormden in het fossielenbestand sterk.
Implicaties evolutie Maar waarom is dit belangrijk? Een groot deel, waarschijnlijk de meerderheid van de theologen, accepteert evolutie. Ja, maar ik voelde me wel bedrogen. Mijn vakgebied, wat prachtig is, heb ik jarenlang met angst en wantrouwen bekeken, want mijn vakgenoten waren allemaal mensen die mij bedrogen. Dat werd mij door dominees en christelijke bladen verteld, door mensen die zogenaamd goddelijk geïnspireerd zijn, maar blijkbaar bepaalde fundamentele feiten totaal niet begrijpen. Achteraf denk ik, waar haalden ze het lef vandaan? Ik ga toch ook niet over hun vakgebieden van alles zeggen en ze vervolgens bedreigen met niet aan het avondmaal kunnen (impliciet niet naar de hemel mogen, op zijn minst gevoelsmatig), als ze zich niet aan mijn theorieën houden? (dat is mij letterlijk overkomen, maar is waarschijnlijk niet representatief voor de gemiddelde theoloog).
Evolutie heeft ook andere implicaties voor het vertrouwen in de Bijbel: Jezus neemt de schepping en de wereldwijde vloed serieus. Maar Hij was toch God? Hoe kan Hij dat nou serieus nemen als dat nooit zo gebeurd is? Had Hij überhaupt niet kunnen vertellen hoe het was om erbij te zijn tijdens de schepping? Lijkt me nogal een spektakel waar je graag over vertelt. Ik wil hier niet grof zijn, maar probeer me oprecht voor te stellen hoe het zou zijn als je als God-mens naar de aarde wordt gestuurd.
Vertrouwen in de Bijbel Dat vertrouwen in de Bijbel kreeg een finale klap toen ik erachter kwam dat er heel veel tegenstrijdigheden in de Bijbel staan. Dat wist ik gewoon totaal niet. Ik kwam erachter dat Jezus in het ene evangelie beide Maria’s verteld dat ze de discipelen moet instrueren om naar Galilea te gaan waar ze Jezus zullen zien (Mattheüs 28:7/10). Ze zien Hem daar op een berg in Galilea (vers 16). In het Lukas evangelie zegt Hij dat ze in Jeruzalem moeten blijven (“blijft gij in Jeruzalem”(v. 49)), en dat doen ze tot het eind van het evangelie (v. 52). Hij stijgt daar ook op in Bethanie, in de buurt van Jeruzalem. Zo zijn er vele van dit soort tegenstrijdigheden en ik worstelde ermee: ik zocht naar manieren om ze op te lossen, ik mailde theologen. Van sommige kreeg ik woedende reacties terug. Alsof ze zich betrapt voelen! Kom op, als er oplossingen zijn hoef je echt niet kwaad te worden.
Deze tegenstrijdigheden heb ik twee jaar laten liggen. Ik wist niet wat ik er mee moest. Totdat ik een stuk las wat nog meer impact had. Het vertelde over het apocriefe evangelie van Petrus. Daarin wordt beschreven hoe Jezus uit het graf komt terwijl velen toekijken. Naast hem lopen engelen en hun hoofden reiken tot in de hemel en het kruis spreekt. Dat klinkt aardig onwaarschijnlijk toch? Totdat je beseft dat heel veel in de evangeliën onwaarschijnlijk klinkt. Alle heiligen die opstonden toen Jezus stierf. Wat een ding! Nog onwaarschijnlijker wordt het als je erachter komt dat in het eerste evangelie vrij weinig van zulke wonderlijke zaken staan, en er ook vrijwel niets over de opstanding staat. In latere evangeliën wordt dit steeds meer, lees het maar na (figuur 2). Toen besefte ik, er kan wel degelijk legende vorming plaats hebben gevonden!
Ik ben meer gaan lezen over het onstaan van de Bijbel, en het is me heel duidelijk geworden dat de mens een grote rol heeft gespeeld in het onstaan van dit Boek (I.e. Ehrman, 2014). Vaak hadden auteurs een eigen agenda. Hoe makkelijk is het bijvoorbeeld om te zeggen dat God iets wil, terwijl je het eigenlijk zelf wil? Of een boek te schrijven in de naam van Johannes, wat veel autoriteit heeft, en onder zijn naam jouw visies te verkondigen? Denk er eens over na: de zogenaamde schrijvers van de evangeliën waren vissers. In die tijd kon een heel klein percentage van de elite in Israël schrijven. Maar zeer waarschijnlijk de discipelen niet, dat staat zelfs in de Bijbel. Minstens 30 jaar later na de gebeurtenissen schrijven zij het op, en hoe! De openbaringen van Johannes, geschreven door een visser? Dit is hoog literaire, symbolische taal. Bovendien geloofde Paulus ook heel andere dingen dan de discipelen en was hij sterk beïnvloed door Grieks denken, dat zie je alleen al aan zijn redeneertrant.
Wat nu? Langzaam bereik je het punt, wat moet ik nog wel geloven, wat niet? Daarbij komt nog dat je met veel van deze punten maar moeilijk terecht kunt bij christelijke mensen om je heen. Want je wordt al gauw als gevaarlijk gezien, tot in de mate dat je geen contact meer mag hebben met mensen die je erg lief zijn, bijna zonder dat ik hier over sprak. Het spijt me mensen, ik dacht hier niet voor de lol over na of om dwars te zijn, het was/is me menens, juist omdat ik zo opgevoed ben met de dreiging van een onvoorziene, onvoorbereide dood!
Daarom vind ik het nu eerlijker om te zeggen: ik weet het niet! Ik ben agnostisch op veel punten en wil alle perspectieven onderzoeken in plaats van op basis van mijn opvoeding op een bepaald plekje in Nederland alle andere perspectieven uit te sluiten of vooringenomen te bekijken. Ik weet het dus niet beter dan christenen, ik weet alleen minder zeker. Ik geloof op z’n minst dat het christendom vele wijsheden bevat en hoop daarvan te blijven leren. Op deze website wil ik wat van mijn vragen en mogelijke antwoorden opschrijven, omdat ik vind dat iedereen recht heeft op volledige informatie en ik ook vind dat het fascinerend is om na te denken over het ontstaan van de aarde en allerlei religies en culturen. Verwonderd u met mij!
Bronnen
Augustinus, A. (2020). De civitate Dei. De stad van God vertaald en toegankelijk gemaakt door Chris Dijkhuis.
Ehrman, B. D. (2014). How Jesus became God: The Exaltation of a Jewish Preacher from Galilee. Harper Collins.
Falk en Klerk (2015). Evidences for Evolution: The heart and circulatory system of vertebrates – BioLogos. (visited on 2023, 15 oktober). BioLogos. https://biologos.org/articles/evidences-for-evolution-the-heart-and-circulatory-system-of-vertebrates
Johnson, W. E., & Coffin, J. M. (1999). Constructing primate phylogenies from ancient retrovirus sequences. Proceedings Of The National Academy Of Sciences Of The United States Of America, 96(18), 10254–10260. https://doi.org/10.1073/pnas.96.18.10254
Padian, K. (2013). Correcting some common misrepresentations of evolution in textbooks and the media. Evolution: Education And Outreach, 6(1). https://doi.org/10.1186/1936-6434-6-11
Thewissen, J. G. M., Cooper, L. N., George, J. C., & Bajpai, S. (2009). From land to water: the origin of whales, dolphins, and porpoises. Evolution: Education and Outreach, 2(2), 272-288.
Van den Brink, G. (2017). En de aarde bracht voort: christelijk geloof en evolutie. KokBoekencentrum Non-Fictie.
Waal, F. B. M. (2003). My family album: Thirty Years of Primate Photography. Univ of California Press.
Walton, J. H. (2015). The Lost World of Adam and Eve: Genesis 2-3 and the Human Origins Debate. InterVarsity Press.
Zhang, Z. D., Frankish, A., Hunt, T., Harrow, J., & Gerstein, M. (2010). Identification and analysis of unitary pseudogenes: historic and contemporary gene losses in humans and other primates. GenomeBiology.com (London. Print), 11(3), R26.https://doi.org/10.1186/gb-2010-11-3-r26